Is er nog een toekomst voor onze oldtimers?

Deze podcast, die we hier integraal publiceren, werd op 28 februari uitgezonden in ‘Guy’s Garage’. Je kan deze en andere podcasts van Guy Depré herbeluisteren op Spotify via: https://podcasters.spotify.com/pod/show/guy-de-pre/episodes .

 

De kogel is door de kerk: Het Europees parlement besliste onlangs dat er vanaf 2035, da’s dus over amper 12 jaar, geen auto’s meer mogen verkocht worden die CO2 uitstoten. Met andere woordengeen auto’s met verbrandingsmotoren meer, en in de plaats bijna uitsluitend elektrisch aangedreven auto’s. In principe zouden ook auto’s op waterstof nog wel kunnen, maar daar is voorlopig erg weinig animo te bespeuren.

 

Toch nog even zeggen dat het alleen Europa is dat vanaf 2035 verbrandingsmotoren verbiedt, en dat men in de rest van de wereld dus vrolijk en vaak onbeperkt en zelfs almaar meer CO2 zal blijven uitstoten. Waarom legt Europa dan haar nu al veelgeplaagde automobilisten deze dictatuur van de elektrificatie op?

Op de website van het Europees parlement lees ik: ‘Om haar klimaatdoelstelling te bereiken om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, neemt de EU maatregelen om de uitstoot van auto’s te verminderen, aangezien het wegvervoer goed is voor één vijfde van de CO2-uitstoot in de EU. De tussentijdse emissiereductie doelstellingen voor 2030 worden vastgesteld op 55% voor auto’s en 50% voor bestelwagens.’

De Nederlandse Europarlementariër Jan Huitema van Renew stelde het rapport over de herziening van de CO2-normen voor nieuwe auto’s en bestelwagens op. Tot de Renew-fractie in het Europees parlement behoort ondermeer de Vlaamse partij Open VLD, en Renew is de voorzetting van de fractie ALDE waarvan Guy Verhofstadt, zelf een grot fan van oldtimers en racewagens, toen voorzitter was.

Volgens het Europees parlement zullen we na 2035 met onze huidige auto kunnen blijven rijden, want de nieuwe regels betekenen niet dat alle auto’s op de weg vanaf 2035 geen CO2 meer mogen uitstoten. Deze regels hebben geen invloed op bestaande auto’s.

 

Als u een nieuwe auto koopt, kunt u ermee rijden tot het einde van de levensduur. En het zal na 2035 ook nog mogelijk zijn om tweedehands benzine- en dieselauto’s te kopen en te verkopen en er brandstof voor te vinden, maar het zal een pak duurder worden want de prijzen van de brandstof, onderhoud, aankoop en verzekering zullen zo goed als zeker fors stijgen. Het zal voordeliger zijn om elektrisch te rijden omdat de elektriciteitsprijzen lager zijn dan de benzineprijzen en ze minder onderhoud vergen. Maar momenteel zijn elektrische auto’s nog duur.

De nieuwe regels moeten meer concurrentie aanmoedigen en fabrikanten ertoe aanzetten te investeren in onderzoek naar en de innovatie van elektrische voertuigen, waardoor de aankoopprijs zou moeten dalen. Nog volgens het Europees parlement zal het afval van batterijen worden aangepakt, en ervoor zorgen dat het productieproces CO2-neutraal is, dat het geen nadelige gevolgen heeft voor het milieu, en dat de batterijen worden gerecycleerd. Er wordt ook hard gewerkt aan de innovatie van batterijen.

Fabrikanten werken momenteel aan auto’s met en bereik van meer dan 600 km. De efficiëntie wordt verbeterd zodat auto’s minder vaak hoeven op te laden of thuis met een gewone stekker kunnen worden opgeladen. Het Parlement heeft onlangs ook zijn standpunt bepaald over de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, zodat er meer elektrische oplaadpunten en waterstoftankstations komen. Tot zover de uitleg van het Europees parlement.

 

Maar hoe zit het met onze Oldtimers?

Veel trotse bezitters van classic cars, die ze vaak met veel bloed, zweet en tranen, zélfs restaureerden, maken zich grote zorgen over de toekomst van hun juweeltjes op vier wielen, die in hun én in mijn ogen deel uitmaken van ons historisch erfgoed.

Daarom heb ik Peeter Henning bij me. Peeter is CEO van BEHVA. BEHVA staat voor ‘Belgian Historic Vehicle Association’, de overkoepelende organisatie die de belangen van de oldtimerclubs in ons land behartigd, en die opkomt voor het behoud, de bescherming en de promotie van historische voertuigen, en de cultuur en de gemeenschap die er rond bestaat.

Een hele mond vol Peeter. Maar over afzienbare tijd zal dat misschien allemaal niet meer nodig zijn, want dan wordt het bezit en het rijden met een oldtimer wellicht onbetaalbaar gemaakt door de overheid, komen er waarschijnlijk zo massaal veel Lage Emissie zones dat je bijna nergens meer mag rijden, en vind je geen brandstof en speermiddelen meer om de verbrandingsmotor van je classic car te laten draaien. Een horrorscenario waar elke rechtgeaarde petrolhead en liefhebber van oude auto’s wakker van ligt, en als hij of zij dan toch kan slapen, nachtmerries van heeft.

Eerste vraag Peeter: Zullen brandstof, verzekering en verkeersbelasting voor historisch voertuig zo duur worden dat alleen nog rijken zich een oldtimer kunnen veroorloven? //

We zijn ervan overtuigd dat er zeker nog een toekomst is voor onze oldtimers. Vandaag de dag worden paard en kar ook nog gebruikt op de openbare weg, weliswaar op een andere manier dan 100 jaar geleden. Toen was het om te werken, nu is het uit liefhebberij. Zo ook met de historische voertuigen. We gebruiken ze vandaag en zeker naar de toekomst toe op een andere manier dan waarvoor ze gebouwd werden. Hiermee bedoel ik dat er naar de toekomst toe meer dan waarschijnlijk meer beperkingen zullen komen. Voor wat betreft uw vraag of de oldtimers enkel nog door rijden zullen kunnen gebruikt worden, kunnen we zeggen dat dit zeker niet het geval zal zijn. Uiteraard wordt alles duurder maar als federatie zien we erop toe dat we onze hobby kunnen blijven uitoefenen.

De overheid moet ons dankbaar zijn dat we het mobiel erfgoed in stand houden en daar zullen ze dan toch rekening moeten mee houden op gebied van belastingen. Uiteraard, de prijs van de brandstoffen hebben we niet in de hand en deze zal in de toekomst afhangen van vraag en aanbod op de markt. Voor wat betreft de verzekeringspremie, daar kunnen we wel een belangrijke rol in spelen gezien het lage percentage van ongevallen en dankzij ons eigen verzekeringsproduct met meer dan 60.000 voertuigen verzekerd.

Als je het dan al kunt betalen, zal het dan nog wel de moeite waard zijn om een oldtimer te bezitten, als je er zo goed als nergens mee binnen mag, door de uitbreiding van de Lage Emissie Zones. Er gaan zelfs stemmen op om van heel Europa 1 grote LEZ te maken. En DAN kan je alleen nog KIJKEN naar je klassieker! //

Hier ook is het te betreuren dat er drie verschillende reglementeringen zijn in ons land doordat elk gewest er zijn eigen visie over heeft. Het is net of de milieuproblematiek stopt aan een bepaalde taal of gewestgrens.

Tot hiertoe hebben we vrij goede uitzonderingen bekomen. Als lid van de internationale wetgevende commissie kan ik melden dat er geen stemmen opgaan in de richting van het bannen van de historische voertuigen en dat Europa stalt dat er uitzonderingen moeten voorzien worden voor de historische voertuigen. De norm is de leeftijd van 30 jaar oud en erkent als oldtimer, bij ons dus de O-plaat.

Als het gros van de auto’s elektrisch wordt, zullen er dan nog benzine- en diesel pompstations zijn? En zal je nog olie en smeermiddelen vinden, want dat zijn stuk voor stuk dingen die je voor een elektrische auto niet nodig hebt? //

Dit is de uitdaging waar we ons vandaag de dag mee bezighouden. Ook hier is de wetgevende commissie van de internationale federatie mee bezig. Er zijn al heel wat testen uitgevoerd met de nieuwe synthetische brandstoffen die zeer positieve resultaten opleverden. Vandaag kan je al bepaalde merken kopen in vaten tot maximum 20 liter, want dit is eigenlijk de limiet dat je mag opslaan in je woning.

 

Even ter herinnering brengen dat in het begin van het ontstaan van automobiel er bij de apotheker petrol moest gekocht worden.

De geschiedenis zal zich misschien herhalen, al denken we dat kleinere verdelers hier wel interesse zullen hebben om dergelijke synthetische brandstoffen, die CO2-neutraal zijn, te verdelen. We zullen misschien enkele kilometers verder moeten rijden om te tanken.

Voor olie en smeermiddelen zijn er grote spelers op de markt die vandaag al een gamma van speciale oliën en smeermiddelen aanbieden voor onze historische voertuigen, deze gaan niet zomaar verdwijnen gezien de winsten die ze boeken.

Laten we ons tenslotte niet blindstaren op 2035, deze datum wordt al te vaak verkeerd geïnterpreteerd. Vanaf die datum mogen er geen thermische motoren meer verkocht worden, dat wil zeggen dat deze die verkocht worden op 31/12/2034 toch nog minstens 17 jaar zullen rijden waardoor er tot minstens 2050 zowel brandstof, olie als smeermiddelen zullen beschikbaar zijn.

Dan is er ook nog zoiets als sociale druk. Veel mensen bekijken je nu al vies of maken van hun oren als je met een rokende en stinkende oldtimer voorbijrijdt.

Zal de samenleving auto’s met verbrandingsmotoren nog wel dulden, want ik merk dagelijks dat het groene gedachtengoed almaar meer volgelingen heeft, zeker bij jonge mensen. Die hebben sowieso al weinig of niks met oude auto’s, en ze zijn vaak niet tolerant voor voertuigen mét uitstoot. Met andere woorden: als je dan toch kan en mag rijden met je oldtimer, en je kan het betalen, dan zal het misschien geen pleziertochtje worden in een vijandige omgeving.//

Inderdaad, maar dit is niet alleen het geval voor onze oldtimers, maar voor alles wat als storend aangezien kan worden in onze maatschappij. Kijk maar naar de wielertoeristen die ook al eens scheef bekeken worden als ze in groep rijden.

De nieuwe generatie duldt minder en minder storende effecten. Wat kunnen wij hieraan doen? We kunnen alleen maar zorgen dat we naar de buitenwereld een positief imago brengen van onze echte liefhebbers. Rondrijden met goed onderhouden voertuigen, met het nodige respect voor het milieu.

Leg een opvangmat voor lekken onder je voertuig als je op het mooie marktplein parkeert, gebruik je oldtimer uitsluitend voor recreatief gebruik, zet je in voor een goed doel maar vooral… Gebruik hem volgens de van toepassing zijnde wetgeving en dus niet voor woon-werk verkeer. Sommige politieke partijen gebruiken maar al te graag oldtimers om hun verkiezingscampagne te promoten.

Een alternatief is je classic car laten ombouwen tot een elektrisch voertuig, maar dat is erg duur, en voor een échte liefhebber haar je daarmee het hart en de ziel uit de auto. Wat is jouw opinie hierover Peeter? //

Het is niet mijn persoonlijke opinie die hier van belang is. Het standpunt van onze federatie is net dezelfde als deze die door alle federaties in Europa en zelfs wereldwijd ingenomen werd. Iedereen is uiteraard vrij om te doen wat hij wil, maar zoals je zelf aanhaalt, het is geen oldtimer meer onder de motorkap. We moeten van het ronkend geluid en de geur kunnen blijven genieten.

Ik weet dat ook jij geen glazen bol hebt, maar is er volgens jou nog een toekomst voor onze oldtimers, en hoe zal die er volgens jou dan uitzien? //

Moest ik de mening toegedaan zijn dat er geen toekomst meer zou zijn, dan zou ik onmiddellijk mijn functie als CEO neerleggen en vlug al mijn oldtimers verkopen, maar na meer dan 30 jaar actief te zijn op nationaal en internationaal vlak ben ik er gerust in.

Ja er is toekomst voor onze oldtimers, misschien op een andere manier dan dewelke we nu gewoon zijn, met misschien nog een aantal extra beperkingen.

Onze federatie BEHVA zal echter blijven ijveren opdat we onze hobby kunnen blijven uitoefenen aan de meest gunstige voorwaarden.

Bedankt voor dit gesprek Peeter Henning.

Bron : Retro Classic News – editie 68 – maart 2023